Sensomotorische Integratie

Specifieke problemen 

Zwemmen

volgen op linkedin  facebook icoon      

Zwemmen

Het is mogelijk dat sensomotorische integratie problemen ook invloed hebben op het (leren) zwemmen. Problemen die zich kunnen voordoen zijn:

Paniek, vooral als uw kind niet meer met zijn voeten op de bodem kan staan. Doordat uw kind niet met zijn voeten op de bodem kan staan en daar steun en houvast mist, kan het zijn dat hij daardoor minder zijn benen en misschien ook zijn romp voelt. Hij is zich daar dan minder van bewust en kan zijn benen en romp dan ook minder goed gebruiken. Hij is zich alleen nog bewust van zijn hoofd en probeert dat krampachtig boven water te houden.

Wat u kunt doen:
  • kunt proberen om in ondiep water waar uw kind kan staan, hem te laten wennen aan het geen steun voelen aan zijn voeten door zich met zijn voeten stevig van de bodem af te zetten. Uw kunt daar een spelletje van maken door vlakbij hem te gaan staan en te vragen of hij u om wil duwen met zijn handen. Op het moment dat hij echt goed tegen uw aanduwt, kunt u dan een beetje achterover leunen, zodat hij meer op u steunt dan op zijn voeten. Gaat dat goed dan kunt u zich zich zelfs achterover laten vallen, zodat hij met zijn voeten van de grond komt. U kunt hem natuurlijk meteen in uw armen opvangen of maar een heel klein stukje achterovervallen of achteruitlopen. Als hij dat durft, dan kunt hem daarna misschien bij zijn bovenarmen pakken en hem liggend door het water trekken. Daarna eventueel bij zijn onderarmen en zelfs bij zijn handen. U kunt hem dan ook aan een band of een ander drijfmiddel vast laten houden en hem zo door het water slepen. Voorlopig eerst allemaal in ondiep water. 
  • Ook kunt u in ondiep water proberen of uw kind zelf durft te springen door zich stevig met zijn voeten van de bodem af te zetten. Ook hier kunt u een spelletje van maken door eerst zo hoog mogelijk te springen en daarna iets te pakken wat wat verder weg ligt.
  • Mocht dat allemaal niet lukken, dan kunt u hem eerst als het ware op schoot houden met zijn rug tegen u aan. Uw houdt hem dan heel omvattend vast met uw armen onder zijn oksels en stevig tegen uw  aangedrukt. U kunt hem daar aan laten wennen door te kijken of hij zo stevig vastgehouden met armen door het water durft te bewegen. Ook hier zijn verschillende spelletjes van te maken, zoals golven maken met je armen, een bootje of badeendje door de 'golven' te laten varen of te zwemmen. Probeer vooral te stimuleren dat uw kind met zijn armen het water, het bootje, het eendje of wat dan ook van zich afduwt.  
  • Met uw kind zo stevig stevig tegen u aangedrukt kunt u ook samen door het water gaan bewegen, eerst voorzichtig lopen en daarna wat sneller. Langzaamaan kunt u hem dan wat losser vast houden en hem misschien zelfs op zijn rug door het water slepen.
Niet op zijn buik in het water durven te drijven. Het kan zijn dat uw kind zelfs met drijfmiddelen niet op zijn buik in het water durft te drijven. In mindere mate uit zich dat bij sommige kinderen door het als het ware 'rechtop' blijven zwemmen. Ze bewegen zich als het ware staande,  daardoor ook zeer moeizaam en met weinig plezier door het water.

Wat u kunt doen:
  • De bovenstaande adviezen kunnen ook voor uw kind een manier zijn om wat vrijer in het water te worden en meer plezier in het zwemmmen te krijgen.

Moeite met de beenslag. Sommige kinderen hebben extra veel moeite met de beenslag. Dat kan komen doordat uw kind, hoewel hij niet in paniek raakt, het zwemmen toch nog wat angstig vindt. Hii is dan ook in meer of mindere mate bezig om krampachtig zijn hoofd boven water te houden. Het gevolg is, dat hij daardoor zijn benen en met name ook zijn voeten minder goed voelt. 

Wat u kunt doen:
  • De bovenstaande beschreven spelletjes van het afzetten met zijn voeten van de bodem, kunnen helpen om beter zijn voeten te gaan voelen. 
  • Soms helpt het om kinderen 'waterschoentjes' te laten dragen. Ze voelen daardoor hun voeten beter. Ook krijgt de zwembeweging hierdoor wat extra weerstand waardoor uw kind de beweging beter voelt. Het is in ieder geval een middel dat het waard is om uit te proberen. 

Last van de geur van chloor, het lawaai of het spatten van het water. In een zwembad is er een overvloed aan zintuigprikkels, waar  moeilijk invloed op uit te oefenen is. Uw kind kan met name last hebben van het geluid, de geur van chloor of het spatten van het water.

Wat u kunt doen:
  • Uitzoeken van welke prikkels uw kind last heeft. Door de overvloed aan zintuigprikkels is dat in het zwembad zelf lastig maar u kunt wel uitproberen of uw kind ook in de badkuip last heeft van het spatten van het water, van het geluid in de klas, of dat hij al heel gauw iets vindt stinken. Hoewel u in het zwembad daar weinig invloed op heeft, kunt u proberen om in samenwerking met een therapeut iets aan die overgevoeligheid in het algemeen te doen.
  • Overgevoeligheid reacties zijn sterker en nemen toe bij spanning en stress. Probeer het zwemmen dus zo ontspannen mogelijk te laten zijn. Zorg vooral voor voldoende tijd. Zodat uw kind rustig zijn zwemkleren kan aantrekken en enigszins kan wennen aan de prikkels van de andere kinderen en het zwembad. 
  • De overgevoeligheid voor reacties zullen ook verminderen, als uw kind het zwemmen leuk gaat vinden. Mogelijk kunt u eerst met uw kind een aantal keren in het zwembad gaan 'spelen'. U kunt uw kind dan rustig laten wennen aan het zwembad. Ook de eerder beschreven spelletjes in het water kunnen helpen om het zwemmen leuk te gaan vinden.  
  • U zult aan de hoeveelheid prikkels in een zwembad weinig kunnen doen maar er is wel verschil in zwembaden. In natuur zwembaden wordt geen of minder chloor gebruikt, in zwembaden in de openlucht wordt het geluid minder weerkaatst en ook de grootte van een zwembad kan invloed hebben op de hoeveelheid prikkels. Het kan dus zinvol zijn om verschillende zwembaden met uw kind uit te proberen en te kijken in welk zwembad hij zich het prettigste voelt. 



Els Rengenhart © 2016-2019  Privacybeleid